Niets blijft hetzelfde, dus ook niet de mensenhandel en de seksindustrie. Ondanks de talloze internationale wettelijke maatregelen en besluiten die werden genomen in het zog van Ze zijn zo lief, meneer van Chris de Stoop, en ondanks het feit dat heel wat rechtszaken in verband met mensenhandel op veroordelingen zijn uitgedraaid, menen experts dat er op het terrein bitter weinig veranderd is. Alleen al in Europa spreekt men jaarlijks over ruim honderdduizend slachtoffers. Vooral uit het voormalige Oostblok zijn, na de politieke en economische instorting, heel wat mensen in de seksindustrie terechtgekomen. Velen, aangeduid als 'migrant sex workers' kiezen volgens onderzoekers doelbewust voor prostitutie, ook al weten ze vaak niet in welke ellendige omstandigheden ze kunnen belanden. Het is o.m. op Oost-Europese instigatie dat de laatste jaren de kritiek groeit op het 'paternalistische' en 'hypocriete' beleid tegen mensenhandel, dat volledig over hun hoofden heen wordt gevoerd en dat alleen aan symptoombestrijding zou doen zonder de structurele oorzaken aan te pakken.

Naar aanleiding van die kritiek schreef Chris de Stoop tien jaar na zijn baanbrekend relaas het boek Zij kwamen uit het Oosten, een vertelling in het milieu van de sekshandel uit Oost-Europa. Het werk is in de eerste plaats een diepgravend zelfonderzoek van de auteur die zijn doelstellingen toetst aan de uiteindelijke resultaten, maar tevens groeide het boek uit tot een ingrijpend verhaal over goed en kwaad, maagd en hoer, slachtoffer en schurk, mens en monster. Het resultaat is een breed opgezet register van zowel genuanceerde gezichtspunten als geladen emoties.

Structureel wordt de vertelling opgedeeld in de visie van de schrijver, de fictieve hijfiguur -- die vijf jaar geleden werd ontvoerd door een Albanese bende en nu terugkeert naar de plaats van de misdaad in de 'Vervloekte Bergen' vanwaar hij op zoek gaat naar een Albanees hoertje -- en de zijfiguur, het hoertje Xhina, die na de instorting van het Albanese piramidespel door Europa doolt en als 'sekswerker' aan de kost komt. Hoewel opgejaagd door zowel leden uit het milieu als door politiediensten, weigert zij de rol van slachtoffer en beschouwt haar situatie als het gevolg van de vrije keuze die iedere vrouw vroeg of laat dient te maken: seks om een kind, seks om genot, of seks om 50 Euro.

Chris de Stoop brengt deze keer zijn boodschap over in de vorm van fictie, en precies in het spanningsveld tussen feit en fictie, zijn en schijn, mythe en werkelijkheid, voegt hij een extra dimensie toe aan zijn genuanceerd maar gedreven betoog. [Staf Schoeters] Verberg tekst

Dit boek verhaalt over de sekshandel vanuit Albanië, waar na de crash van de frauduleuze piramidesystemen in 1997 jonge vrouwen in grote getale verkocht werden. Een schrijver werd vijf jaar geleden ontvoerd door een Albanese bende en keert terug naar de plaats van misdaad. Vandaar reist hij een Albanees hoertje achterna dat overal opgejaagd wordt, maar weigert een slachtoffer te zijn. De hoofdstukken waarin het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van 'de schrijver', worden afgewisseld met getuigenverklaringen van de sekswerkster. Het boek is te lezen als een case study en als een verhaal waar feit en fictie, werkelijkheid en mythe door elkaar heen lopen. De Stoop is auteur van onder meer het ophefmakende 'Ze zijn zo lief, meneer' (1992)* over een internationale bende vrouwenhandelaars. Dit boek kan licht werpen op het debat over (de strijd tegen) prostitutie, immigratie, mensenhandel en de maatschappelijke oorzaken en gevolgen hiervan. Een boeiend en ook informatief boek voor geïnteresseerden. Bevat literatuurlijst. Verberg tekst