Een man betert zijn leven door een wild dier te willen zijn. Leven als een beest is een intens wetenschappelijk én poëtisch verslag van biologische bruidsmystiek.
Proberen het bos en de bosgrond te delen met een das is een daad van liefde. In Leven als een dier probeert Charles Foster in de vacht en de veren te kruipen van vijf verschillende dieren. Dat doet hij omdat hij wetenschapper is, dierenarts, ethicus, jurist en vader van zes, en in al die gedaanten erg nieuwsgierig, zo blijkt in dit boek.
De dierenriem lijkt een beetje willekeurig: naast de das aapt Foster ook het edelhert, de otter, de vos en de gierzwaluw na ('Een gierzwaluw worden? Ik kon evengoed proberen God te worden'). Het is een vermetel plan, en Foster weet van bij het begin af dat het zal mislukken. Maar de mislukking is glorieus, en het boek over zijn exploot is een voltreffer.
Met het dier dat hij het eerst beschrijft, zou je nog denken dat het kan, dat de mens inderdaad een dier kan zijn. Hij neemt zijn achtjarige zoon wekenlang mee naar een bos in Wales om daar met de blote hand een hol te graven, een bedje te spreiden van varens, samen doorweekt te raken, en das te worden. Ongetwijfeld zal die zoon later even bizarre gewoontes aankweken, maar wat een avontuur.
'Een winterkoninkje plukte een rups van Toms been, toen die in een kluit dode boshyacinten lag te tukken', schrijft Foster, maar helemaal idyllisch is het allemaal niet. Het dieet van dassen bestaat voor 80 procent uit wormen. Foster proeft mee, kauwt en herkauwt want wetenschap is verifieerbaar en herhaalbaar. Wormen in Wales smaken anders dan wormen in de Chablis, is de conclusie.
Om zijn reukzin te trainen en nog dassiger te worden volgt Foster een cursus blind wijnproeven. In de kamers van zijn huis zet hij verschillende kazen. Geblinddoekt en opzettelijke gedesoriënteerd probeert hij zich snuivend een weg te banen. Zo verkent hij de grenzen van de zintuiglijke waarnemingen en van de taal, grenzen die vaak met prikkeldraad zijn afgezet, al is deze schrijver nog zo vaardig. Maar als je lang genoeg in de modder van een vijver vol bloedzuigers ligt, vind je wel iets van waarheid.
Pak van neopreen
De bijzondere sjamanistische metamorfoses van Foster passen in een queeste naar het detail, naar betekenis. Zijn boek is een grote lofzang op aandacht. 'We hebben uiterst gevoelige handen, maar hanteren de wereld met een paar dikke handschoenen en als ons dat dan verveelt, verwijten we hem dat hij geen vorm heeft.'
Foster duikt de wervelende rivieren van Exmoor in, op zoek naar de otterervaring. Veel sympathie heeft hij niet voor de dieren. Ze zijn hem, zeker in vergelijking met de dassen, te nerveus. 'Otters zijn nog botter dan katten in hun weigering van wederzijdsheid.' Niet gemakkelijk om in een pak van neopreen het belachelijk beweeglijke lijf van een otter te worden. De dieren zijn notoir schichtig en laten zich nauwelijks waarnemen. Otterologen bestuderen otters daarom aan de hand van wat ze achterlaten in hun territorium, feces.
Foster laat zijn zes kinderen afzonderlijk los op de heide in de buurt van zijn buitenhuis, om daarna aan hun feces te proberen ruiken wie wat heeft achtergelaten. Dat lukt. Maar het is een magere en zekere een onprettige omweg. Want, aldus Foster, 'stront kan de wetenschappelijke constructies die we erop willen bouwen, gewoon niet dragen. Je kunt mijn leven niet reconstrueren aan de hand van mijn drollen.'
Als ex-jager Foster betreurt de jachtpartijen op edelherten. 'Terwijl ik daar op de heuvel bij een verpletterd hert stond, voelde ik me theologisch even ziek als een orthodoxe jood met de mond vol bloedworst.' Zijn poging om te weten wat het is om bejaagd te worden, met een ingehuurde bloedhond, is eventjes spannend. Het duurt niet lang vooraleer het dier hem weet te vinden. Bloedhonden hebben geen haast, stelt hij vast. 'Ze werken gestaag de registers door, nauwgezet en kritisch op zichzelf.' Maar wat het zij, en hoe lang je je teennagels niet knipt, de ervaring van een hert in doodsangst écht benaderen lukt niet.
Ignobel Prijs
Je moet allicht Brits zijn om iets te bedenken als Leven als een beest. Brits als in: excentriek, eilanderig, tot op het randje eigenwijs, steilorig, asociaal en zelfrelativerend. Het helpt dat er in het Verenigd Koninkrijk nog heuse wildernissen zijn en respectabele universiteiten (soms lijken die op elkaar). Het is een gelukkige combinatie van koppig verzet tegen verandering die geweldige nature writing heeft geschapen en in stand houdt. Charles Foster treedt in de sporen van Roger Deakin, Robert Macfarlane, Oliver Rackham, J.A. Baker, allemaal geënt op de oerbomen Charles Darwin en Alfred Russel Wallace.
Dit boek is postdarwinisme. De evolutieleer maakt de sprong van dier naar mens, Foster springt terug, maar belandt in de goot. De mens heeft van zijn dier-zijn lange afstanden afgelegd, zomaar op die stappen terugkeren kan niet.
Foster werd vorig jaar voor dit boek 'bekroond' met de Ignobel Prijs, dat onwaarschijnlijke wetenschappelijke onderzoeken voor het voetlicht wil halen. Er wordt vaak een beetje besmuikt gedaan over de wereldvreemdheid van wetenschappelijk onderzoek. Hier hoeft dat niet. Een wetenschappelijk boek is dit niet, of niet alleen. Het hovert op de grens tussen poëzie, getuigenis, biologie, psychologie, filosofie, antropologie, mystiek en onzin.
Leven als een beest gaat over dassen en herten en andere dieren, maar het gaat vooral over onszelf, de mens, het wezen dat heeft leren rechtop lopen zicht kreeg op een veel verdere einder. Het is een beetje sneu voor de dieren die Foster beschrijft, alsof we onszelf niet kunnen beschrijven door naar onszelf te kijken - zo zetten we dieren ook weer in voor eigen gewin.
Ken jezelf, luidt het oude filosofische gebod, maar dat is hondsmoeilijk. Fosters frustratie daarover deed hem naar een ander soort spiegel kijken, een met haar of veren op. Het resultaat is een wonder van een fiasco. Leven als een beest is intens, het is poëtisch, het is religieus. En het is wetenschappelijk, dat ook.
Vertaald door Ine Willems, Signatuur, 236 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Being a beast'.
Verberg tekst